Gevangen genomen als slaaf in Algiers
Een vrij onbelicht gebleven aspect van de geschiedenis is de christenslavernij. Zeerovers uit Barbarije (van de 16e tot in de 19e eeuw de benaming voor de kustgebieden van Noord-Afrika en soms de benaming voor de hele Berberse wereld) waren de schrik van de Middellandse Zee. Zij richtten zich vooral op rijke koopvaardijschepen die de Middellandse Zee en de Atlantische route naar Azië via Kaap de Goede Hoop bevoeren. De bemanning van de schepen werd op slavenmarkten in Afrika verkocht. Naar schatting hebben een miljoen Europeanen vanaf het begin van de zestiende tot het eind van de achttiende eeuw een slavenbestaan in Noord-Afrika geleid.
Dit overkwam ook Jurjan Hendricksz uit Blokzijl. Hij voer in 1707 op een VOC-schip onder leiding van kapitein Klinckert richting Azië, maar werd gevangen genomen en verkocht als slaaf in Algiers. In ons archief bevindt zich een akte uit 1713 (blok 32 Fortresse/gemeente Blokzijl 1528-1942 inv. nr. 153), waarin het stadsbestuur van Blokzijl een bedrag beschikbaar stelt aan een koopman uit Amsterdam, om ‘de voornoemde slave uijt sijn ellendige slavernije in Cristenheijt te brengen’ en hem vrij te kopen.
Zo’n archiefstuk als dit roept vragen op. Hoe is het afgelopen met Jurjan Hendricksz uit Blokzijl? Is het gelukt om hem vrij te kopen? Met oude stukken kunnen wij lang niet altijd het antwoord geven op dit soort vragen. In dit geval weten wij wel hoe het met Hendricks is afgelopen.
Een van onze vrijwilligers, Auke Vlagsma, doet onderzoek naar orgels in Overijssel van 1450 tot 1825. Bij toeval kwam hij het antwoord tegen op de vraag hoe het met de ongelukkige slaaf is afgelopen. In een verslag uit 1850 van G.H. Broekhuyzen sr. over orgels wordt duidelijk hoe het orgel in de kerk in Blokzijl in het bezit van de kerk is gekomen. Broekhuyzen was zelf in Blokzijl geweest en had uit overlevering een verhaal gehoord over hoe het orgel er was gekomen. Het orgel dat van een voorname burger was, heeft in bruikleen in de kerk gestaan. In die tijd hing er een collectebus in de kerk, waarvan het geld bestemd was om een slaaf in Algiers, een matroos uit Blokzijl, vrij te kopen. Toen een poos later het bericht kwam dat de slaaf was overleden, kwam de rijke burger op een idee. Als hij de collectebus kreeg zou het orgel eigendom van de kerkvoogden worden. De burgemeesters gingen akkoord; de rijke burger kreeg de collectebus. Het bleek een goede aankoop; in de collectebus voor de slaaf zaten 92 guldens, terwijl een orgel normaal minstens 500 gulden kostte! Helaas betekent deze uitkomst van het verhaal wel dat Jurjan Hendricksz zijn geboortestad Blokzijl nooit meer heeft terug gezien.