Afscheidsgedicht van een joods meisje

Dit ontroerende gedicht is in 1939 geschreven door een joods meisje bij haar afscheid van Fredeshiem. Een groep van 39 uit Duitsland afkomstige joodse kinderen tussen de ca. 6 en 18 jaar verbleven tussen maart en juli 1939 in het doopsgezinde broederschapshuis.

Dankzij de heer Hoekema uit Haarlem weten we dat het gedicht waarschijnlijk is geschreven door Ursula Pintus.

Afscheidsgedicht van een Joods meisje

De ouders van de kinderen waren of al overleden of in Duitsland achtergebleven. De kinderen maakten deel uit van de stroom joodse vluchtelingen die, nadat Hitler in 1933 aan de macht was gekomen, Duitsland ontvluchtten.

 



Van slechts een paar kinderen is bekend wat daarna met ze is gebeurd. Van een aantal weten we dat ze, door emigratie of door onder te duiken, de oorlog hebben weten te overleven. Enkele kinderen zijn uiteindelijk weer naar hun ouders in Duitsland teruggegaan. Het gedicht heeft nog jaren in het kerkje bij Fredeshiem gehangen en is nu opgenomen in het archief van Fredeshiem.